Project omschrijving
(© foto’s: Wikipedia, Tripadvisor, Louvre)
Mitraïsme: het mysterie van de stier
Als je je ogen sluit en je verliest in de schemering van een eeuwenoud ondergronds grottenstelsel, begint het mitraïsme tot leven te komen. Dit mysterievolle geloof vindt zijn oorsprong in Perzië en werd later verspreid binnen het Romeinse Rijk. Deze cultus richt zich op Mithras, een godheid verbonden met de Zon, licht, orde en het thema van wedergeboorte. Zijn aanbidding vond plaats in ondergrondse tempels, de Mithraea, waarvan vele werden gevonden in Zuid-Frankrijk en Spanje. Hier zijn de sporen van het mitraïsme tot op de dag van vandaag voelbaar, onder andere in lokale rituelen en gebruiken.
Centraal in de verering staat het idee van transformatie: het sterven van het oude en de komst van nieuw leven. Als een mysteriereligie was de leer van het mithraïsme strikt geheim en enkel toegankelijk voor ingewijden. Dit verklaart waarom er nauwelijks teksten over te vinden zijn. Het lidmaatschap stond alleen open voor mannen en was vooral populair onder soldaten, handelaars en ambtenaren. Het kende een complex inwijdingssysteem met zeven graden, die waarschijnlijk gerelateerd waren aan de zeven bekende planeten in de hemel en de zeven chakra’s in ons (hemels) lichaam.



Het gevecht met de stier
Wie door de Zuid-Franse heuvels dwaalt of de Spaanse pleinen betreedt, kan ook niet om het stierenvechten heen. Het motief van het ‘gevecht tegen de stier’ is een gemeenschappelijke noemer in vele culturen. In de Griekse mythe overwint Hercules de gevreesde Stier van Kreta, een symbool voor het onderwerping van natuurkrachten en het ritme van vruchtbaarheid. Op het eiland Kreta zelf werd de taurokathapsia beoefend, een indrukwekkend ritueel waarbij acrobaten met een salto over de rug van de stier sprongen als uitbeelding van de overgang van leven naar dood en terug. In Egypte werd de stiergod Mnevis vereerd, een levende manifestatie van de Zonnegod Ra en symbool van levenskracht, mannelijkheid en wederom de verbondenheid met het kosmische ritme van sterven en wederopstanding.
Uit deze oude tradities rijst Mithras op als een sleutelpersoonlijkheid binnen het mitraïsme. Zijn naam en kenmerken verbinden zich met die van Mitra uit het hindoeïsme, Mithra uit het Midden-Oosten en Ra uit Egypte. Deze godheden belichamen in al hun verscheidenheid de verbinding tussen Hemel en Aarde, licht en duisternis, leven en dood. Binnen het mitraïsme komt dit universele thema tot uitdrukking in een geheimzinnig ritueel.
De volgelingen van Mithras, de Mithraïsten, geloofden niet letterlijk in reïncarnatie zoals in sommige oosterse religies. Het idee van wedergeboorte en geestelijke vernieuwing stond centraal. Door inwijding ondergingen zij een symbolische geestelijke wedergeboorte, waarbij men deelnam aan het mysterie van sterven en herrijzen van Mithras. Deze ervaring betekende een diepe spirituele transformatie en het verkrijgen van toegang tot een hoger, onsterfelijk bestaan. Dit ritueel weerspiegelt de vernieuwing van de natuur en het universum, waarin het offer van de stier in de tauroctonie een symbolische handeling is die de cyclus van leven, dood en wedergeboorte bevestigt. Hoewel veel historici vermoeden dat de tauroctonie (het beeld waarin Mithras een stier doodt) een verwijzing is naar de lente-equinox, klopt deze interpretatie – volgens mij – niet helemaal met de details in de afbeelding.

De tauroctonie
Op het bijna altijd uit witte steen gesneden reliëf zit Mithras, gekleed in een oosterse tuniek en met de herkenbare Frygische muts, op de rug van een stier. Mithras houdt het dier met zijn linkerbeen stevig vast, trekt met zijn linkerhand aan de neus van de stier en steekt met zijn rechterhand een dolk in de hals. Om hen heen zijn meerdere symbolen te zien: een hond en een slang die zich naar het bloed haasten, een schorpioen die de testikels van de stier aanvalt, een raaf, en soms ook een leeuw en een beker. Uit de staart van de stier groeit een korenaar, dat symbool staat voor vruchtbaarheid en nieuwe oogst. Interessant is dat Mithras vaak zijn hoofd van de stier afwendt; hij is blijkbaar geen gewelddadige Zonnegod, maar slechts een bemiddelaar in een kosmisch ritueel.
De dieren en symbolen op het reliëf verwijzen uiteraard naar sterrenbeelden die samen een astronomisch tableau vormen dat het kosmisch evenwicht van de Taurus (torus) weerspiegelt. Het gaat om Scorpio (Schorpioen), Canis Major (de Grote Hond), Serpens (de Slang), Leo (de Leeuw), Corvus (de Raaf) en Crater (de Beker). Misschien dat de korenaar zelfs naar het Virgo (de Maagd) verwijst, die ook in de buurt staat.
Belangrijker nog is de relatie van de ‘witte stier’ met de Volle Maan in Taurus (Stier), die – als tegenhanger van de Zon in Schorpioen – als lichtbrenger optreedt in de donkere avond van eind oktober. Daarmee duidt het reliëf niet op de lente-equinox, maar op het moment waarop de Zon zich in het sterrenbeeld Schorpioen bevindt, met alle astrologische thema’s die daarbij horen: seksualiteit, dood, transformatie en wedergeboorte. De mythologische jager Orion – die aan de hemel links van Taurus staat – associeer ik in dit tafereel met de bemiddelende rol van Mithras zelf, omdat de Zon ergens in een hoek van het reliëf staat afgebeeld. Dit benadrukt dat het gevecht niet alleen een offer is, maar een uitbeelding van de astronomische en kosmische cycli rond eind oktober / begin november. Vanaf nu moet het bloed van de stier vloeien om de aarde opnieuw vruchtbaar te maken voor het komende oogstjaar.

Sterrenbeeld Scorpio

Sterrenbeeld Canis Major

Sterrenbeeld Serpens

Sterrenbeeld Corvus
Bloedvergieten als doopritueel
In de rituelen rond Mithras kreeg dit een extra dimensie; tijdens het taurobolium werd het bloed van de offerstier over de ingewijden gesprenkeld. Dit gold als heilige reiniging en markeerde hun symbolische wedergeboorte, een diepe verbintenis met het mysterie van sterven en hernieuwde levenskracht. Soms werd – bij gebrek aan een stier – lamsbloed gebruikt, maar het stierenbloed bleef het zuiverste en krachtigste symbool: bron van vruchtbaarheid en kosmische vernieuwing. Dit ritueel wordt beschouwd als een voorloper van het christelijk doopsel, waarin water symbool staat voor reiniging en nieuwe geboorte. Al in de vroegste christelijke geschriften wordt erkend dat de dooppraktijken van het christendom sterk leunen op oudere heidense initiatierituelen, waaronder die van Mithras. In astrologische termen betekent dit ‘bloedvergieten’ dat het licht van het sterrenbeeld Taurus, dat tijdens de donkere wintermaanden zichtbaar is, de voorbode is van de lente. Met deze overgang wordt de natuur voorbereid op haar wederopstanding, waardoor het levensritme van sterven en herboren worden weer in beweging komt.
De fakkeldragers Cautes en Cautopates
Aan weerszijden van Mithras staan soms twee fakkeldragers: Cautes met zijn fakkel omhoog en Cautopates met zijn fakkel naar beneden. Ook zij vertegenwoordigen de voortdurende kringloop van het licht: Cautes symboliseert de opgaande Zon, de lente en nieuw begin, terwijl Cautopates het afnemende licht, de herfst en het einde van de cyclus belichaamt. De twee samen verbeelden de onafgebroken wisselwerking tussen opkomst en ondergang, geboorte en sterven, leven en dood. Deze dualiteit krijgt binnen het mitraïsme ook een morele dimensie terug in het spanningsveld tussen goed en kwaad, vooral zichtbaar in de tegenstelling tussen Mithras (de ‘goede’ god van orde en licht) en Arimanius (de ‘kwade’ kracht van chaos en vernietiging). En dan staan ze niet als absolute vijanden tegenover elkaar, maar als tegenpolen die samen de kosmische balans bewaren.
