Project omschrijving

(© foto olympics.com)

De Olympische Spelen:
meedoen is belangrijker dan winnen

Ik hoef je niet te vertellen wat de Olympische Spelen zijn. De geschiedenis leert ons dat de eerste Spelen gehouden werden in de Oude Griekse stad Olympia, vernoemd naar de berg Olympus. Deze berg speelt een belangrijke rol in de Griekse mythologie; het is het huis van de twaalf Olympische goden:

  1. Zeus – Oppergod, god van het hemelrijk, de lucht en het weer;
  2. Hera – Godin van het huwelijk en de liefde;
  3. Poseidon – God van de zeeën, aardbevingen en paarden;
  4. Demeter – Godin van de landbouw en het graan;
  5. Hermes – God van de handel, boodschapper der goden en beschermer van de dieven en de reizigers;
  6. Pallas Athena – Godin van de wijsheid, techniek en de krijgskunst;
  7. Ares – God van de oorlog;
  8. Aphrodite – Godin van de liefde en de schoonheid;
  9. Apollo – God van het licht, de Zon, de muziek, de schone kunsten, de geneeskunst, de boogschutters en het orakel van Delphi;
  10. Artemis – Godin van de jacht, de bossen en de Maan;
  11. Hephaistos – God van de smeedkunst, de vulkanen en het vuur;
  12. Hestia – Godin van de haard en het huis.

Dat we mythologie niet al te letterlijk moeten nemen, is inmiddels duidelijk. Wat stelt het verhaal van de Olympische Spelen werkelijk voor? Je hoeft niet te winnen, als je maar meedoet. De vraag is; waaraan? Het is een interessant verhaal. Waar zal ik mee beginnen, de berg Olympus? Behalve deze berg uit de Griekse mythologie, zie je in de heilige geschriften en andere verhalen regelmatig bergen opduiken. Ik noem er een aantal:

  • Ararat, de berg waarop de ark van Noach na de zondvloed landde;
  • Zion of Tempelberg, de berg waarop de tempel van Koning Salomon stond;
  • Horeb, de berg in de Sinaïwoestijn waar God aan Mozes de tien geboden gaf;
  • Moria, de berg waar Abraham zijn zoon Izak moest offeren;
  • Meru, de berg uit de hindoeïstische kosmologie die als het centrum van alle universums wordt beschouwd;
  • Kailash, volgens hindoes de berg waar Shiva woont;
  • Het Gebergte van Noer (het Gebergte van het Licht), waar de profeet Mohammed (vrede zij met hem) Gods openbaring ontving;
  • De Olijfberg, met daarop Golgotha, de plaats waar Jezus werd gekruisigd;
  • De berg die openspleet nadat Ali Baba ‘Sesam open u!’ uitsprak;
  • De Eenzame Berg waar hobbit Bilbo Balings de Arkensteen vond;
  • En ten slotte wil ik het Engelse woord mountain noemen, dat door ‘mount Ain’ gevormd wordt; (de berg) Ein Sof (de allerhoogste schepper volgens de joodse kabbala).

De berg blijkt vaak de (eind)bestemming waar een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt of waar zich een grote schat bevindt. Waarom kiezen de schrijvers van deze verhalen niet voor een open plek in het bos of langs de vloedlijn aan zee? Omdat met de ‘berg’ blijkbaar iets heel anders bedoeld wordt. Maar terug naar de Olympische Spelen.

Het bekendste symbool dat iedereen herkent, zijn de vijf geschakelde ringen in de kleuren rood, blauw, groen, geel en zwart. Het Internationaal Olympisch Comité beweerde ooit dat iedere kleur gekoppeld is aan een specifiek werelddeel. Oprichter Pierre de Coubertin ontkende dit: ze waren gekozen omdat elke vlag van een land minstens een van deze kleuren bevat. Insiders – zoals hij – kennen echter de symbolische betekenis van de kleuren die hij uitkoos.

Verder ken je natuurlijk de Olympische vlam, de regenboogtrui (die geen regenboog voorstelt), de estafette en de drie eremedailles die er te winnen zijn. Symbolen, symbolen en nog eens symbolen… Maar waarvan?